Gebieds rendement
Gebieds rendement
Gebieds rendement is tevens onderdeel van:
•de methode Duurzame Gebieds Ontwikkeling voor het landelijk gebied van ministerie E,L&I, Dienst Landelijk Gebied (DLG)
•de Eco Systeem Diensten (ESD) methode van ministerie I&M en AgentschapNL
•de Cradle to Cradle methode gebiedsontwikkeling (samenwerking RVOB, Alterra, DLG, GIDO)
•Kwaliteitsimpuls Ruimte en Milieu van de provincie Zuid Holland
•ToekomstwaardeNu, overzicht van financieringsconstructies van RVOB en AgentschapNL
•dienstverlening DCMR (Milieudienst voor de Rijnmond) en Omgevings Dienst West Holland
•gekoppeld aan de Blue Economy aanpak van het Zeri instituut van Gunter Pauli
GIDO en Gebiedskeurmerken: DGBC
GIDO heeft verder een actieve bijdrage aan de ontwikkeling van het Keurmerk Duurzame Gebiedsontwikkeling van de De Dutch Green Building Council (DGBC).
De GIDO ervaringen van de afgelopen 15 jaar worden meegenomen in de uitwerking van het keurmerk.
De meerwaarde door verbinding benadering van duurzaamheid is vooral terug te vinden in de categorieën management en synergie.
Binnen de categorie synergie is DUURZAAM RENDEMENT een van de credits.
De Dutch Green Building Council (DGBC) ontwikkelt en beheert keurmerken voor de beoordeling van Nederlandse gebouwen en gebieden op hun duurzaamheidsprestaties. Daarnaast traint DGBC professionals om de beoordelingen te kunnen uitvoeren. Verder onderneemt DGBC een veelvoud aan acties, allemaal gericht op het verduurzamen van de bebouwde omgeving.
Het eerste keurmerk, BREEAM-NL Nieuwbouw, is operationeel sinds oktober 2009. Het wordt gebruikt om nieuw te bouwen gebouwen te beoordelen op hun duurzaamheidsgehalte. Ondertussen gaan de ontwikkelingen van BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik en het Keurmerk Duurzame Gebiedsontwikkeling onverminderd door. De keurmerken maken duurzaam bouwen meetbaar en zichtbaar.
GIDO en Cradle to Cradle
De vraag was op enig moment of C2C op gebiedsontwikkeling toepasbaar is. Een bedrijf kent een heldere structuur en in een bedrijf zijn innovatieve processen stuurbaar. In een gebied ligt dat anders, er is geen gebiedsaandeelhouder of -directeur. De sturing van processen en resultaten is ingewikkeld.
In een gebied gaat het om de initiatiefnemers die investeren, o.a. gemeente, waterschap, projectontwikkelaar, bewoner, bedrijf, woningcorporatie. Bij het uiteindelijke resultaat zijn altijd meer partijen en belangen betrokken.
In een gebied heerst ook een andere economie dan in een bedrijf. Het proces van samenwerking is daarbij cruciaal. Daarbij vergeten we echter te vaak de inhoud. De inhoud bepaalt, samen met de mensen, het succes van duurzame gebiedsontwikkeling. De inhoud wordt gevormd door de doeleinden, ambities en programma's van partijen in een gebied tegen elkaar aan te houden.
Wie profiteert waarvan en wie heeft wat geïnvesteerd? Het gaat om het in beeld brengen van dat rendement van de betrokken partijen en dat gezamenlijk resultaat omzetten in een samenwerkingsverband en in financiële constructies.
Cradle to Cradle is niet ontworpen voor gebiedsontwikkeling. Het concept wordt in de praktijk toegepast op producten en gebouwen. Om het toe te passen op het schaalniveau van gebiedsontwikkeling blijkt het nodig na te denken over de verschillende belangen die daarbij spelen en de vele functies die er aanwezig zijn.
Het voormalig
http://www.senternovem.nl/mmfiles/C2C brochure_20090108_tcm24-322418.pdf
e Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf van het Rijk (GOB, nu het RVOB) is betrokken bij een aantal van deze gebiedsontwikkelingsprojecten. Op verzoek van het GOB heeft de Dienst Landelijk Gebied de ‘Visiegroep Cradle to Cradle’ samengesteld, bestaande uit een aantal ontwerpers, denkers en praktijkdeskundigen op het gebied van duurzame gebiedsontwikkeling.
Visiegroep Cradle to Cradle bestond uit: Pieter Boone, Bruno Doedens, Wim Hartman, Vincent Kuypers, Arjen Meeuwsen, Carla Roghair, Vincent Tiel Groenestege, Sybrandt Tjallingii, Martine de Vaan en Tjibbe Winkler. Deze visiegroep heeft onderzocht of Cradle to Cradle kansen biedt om duurzame gebiedsontwikkeling een nieuwe impuls te geven met oplossingen voor slepende planprocessen.
GIDO en Cradle to Cradle: vijf noties
Het gaat bij de vijf noties niet om afzonderlijke principes, maar om een optelsom van concepten, ideeën en gedachten. Bij het in praktijk brengen van de Cradle to Cradle-filosofie in gebiedsontwikkeling
Cradle to Cradle is geen methode, maar een andere manier van kijken naar gebieden
is het nodig om alle noties in hun samenhang in een gebied toe te passen. Dat dit moeilijk is, blijkt uit het feit dat de meeste noties niet nieuw zijn maar nauwelijks in de praktijk worden toegepast.
De noties leiden tot het stellen van vragen die tot vernieuwing leiden. Zonder die vragen blijft het denken gevangen binnen de huidige kaders met als beste resultaat ‘het zo goed mogelijk doen’. Terwijl het voor echte duurzaamheid in termen van Cradle to Cradle nodig is om een radicale stap voorwaarts te maken.
Een van de vijf noties is DUURZAAM RENDEMENT.
Voor meer informatie
Waar gaat het om?
De markt vraagt steeds meer om duurzame oplossingen bij gebiedsontwikkeling, wijkbeheer, bouwen, aanleggen en installeren. Toch staan veel (potentiële) opdrachtgevers nog steeds voor een groot dilemma: duurzaamheid is enerzijds bijna vanzelfsprekend vanwege aantoonbare meer waarde, maar in deze tijden moeten ze in de kosten schrappen.
En duurzaamheid wordt nog vaak als “kosten post” beschouwd.
Hoe pakt GIDO het aan?
•1- op gebouw/object niveau de financiële rendementen van duurzaam te bouwen/ aan te leggen/te installeren objecten inzichtelijk en financierbaar te maken
•2- op gebiedsniveau aan te tonen dat extra baten zijn te behalen, via zowel lagere investeringen als door hogere exploitatie winsten dan wel besparingen
Voorbeelden zijn er legio zoals b.v. gebouwen/installaties waarvan de exploitatielasten zijn gehalveerd, maatregelen/installaties voor energievoorziening, voor watersystemen (zoals oppervlakte water), de groene ruimte in relatie tot het verdienpotentieel van biomassa, hergebruik materiaal bij aanleg van infrastructuur etc.
Voorbeelden en Toepassingen
GIDO is bij meerdere projecten rond verduurzaming van de ....... betrokken, in Nederland en in Belgie. De GIDO Duurzaam Rendement methode is en wordt in gebiedsprojecten toegepast in N-Brabant, Zuid-Holland, Gelderland, Limburg, Overijssel, Friesland. Daarnaast zijn workshops in Zweden en Belgie gegeven.
Wat kan GIDO voor jou betekenen?
Wij hebben een instrumentarium ontwikkeld voor verduurzaming van gebieden dat via directe participatie in projecten en training via masterclasses in de eigen praktijk gebruikt kan worden.
Tevens kan van de door GIDO en partners opgedane kennis gebruik gemaakt worden.